In de jaren '20 en '30 van onze eeuw leidde Hoorn een vrij geïsoleerd bestaan. Als gevolg van
de grote werkloosheid moesten de mensen met zuinig leven de eindjes aan elkaar zien te knopen.
De Centrale Gaarkeuken tijdens de Tweede Wereldoorlog. Links zien we slager Ot met zijn
vrouw Alie Donker en achter hen een van de opzichters die bij de afhaalcentra zorgden dat alles eerlijk
werd verdeeld en ordelijk verliep (Coll. W.F.H. Robat).
De oorlogsjaren gingen Hoorn niet ongemerkt voorbij. Tijdens de hongerwinter van 1944 trokken dagelijks
vele honderden stedelingen uit de randstad naar de dorpen in West-Friesland en de Wieringermeer. De
inwoners van Hoorn waren aangewezen op de Centrale Gaarkeuken in de oude HBS aan de Muntstraat. Tegen
vaak hoge prijzen konden zij het karige menu aanvullen met wat zij bij boeren in de omgeving kochten.
Het voedsel van de Centrale Gaarkeuken werd in gamellen vervoerd naar afhaalcentra in de
stad, meestal slagerijen (Coll. W.F.H. Robat).
In het voorjaar van 1945 kwam het vervoer naar de randstad vrijwel stil te liggen. Doordat de melkfabrieken
hun produkten niet meer kwijt konden, was in Hoorn plotseling volop melk te krijgen, al moest men er
wel lang voor in de rij staan. Met het toenemen van de welvaart na de oorlog werd een uitgebreid stelsel
van sociale verzekeringen opgebouwd. Wat eeuwenlang een gunst was geweest, werd nu een recht. De welvaart
heeft inmiddels een flinke deuk opgelopen en velen moeten een beroep doen op de Sociale Dienst. De
echte minima, zoals dat tegenwoordig heet, zijn de armen van nu. Want iedere tijd kent zijn eigen
armoede.
In het voorjaar van 1945 kwam het vervoer naar de randstad stil te liggen. De Hoornse
melkfabriek Horna aan het Jeudje kon daardoor de melk niet meer kwijt. In Hoorn was plotseling volop
melk te krijgen. De foto is genomen in mei van dat jaar
(AWG).