De visserij is in Hoorn, als haven aan de visrijke Zuiderzee, altijd een belangrijk middel van bestaan
geweest. Er werd voornamelijk platvis gevangen, maar soms in zulke grote hoeveelheden, dat de vis gratis
aan de inwoners werd uitgedeeld. In het begin van de zeventiende eeuw werd de haringvangst belangrijk.
Tientallen haringbuizen hadden Hoorn als thuishaven. Veel groter was echter de vloot van Enkhuizen,
waar enkele honderden haringbuizen werden uitgereed.
Een beeld van het vissersbedrijf aan de Veermanskade aan het begin van onze eeuw.
Voordat de visafslag ingeburgerd raakte, werd de vis direct uit de boot verkocht. De vissers ventten
echter ook wel zelf de vis uit, in de stad en zelfs in de dorpen in de omgeving
(AWG).
Tot ver in de zeventiende eeuw werd de haven van Hoorn jaarlijks bezocht door enkele honderden schepen.
In de loop van de achttiende eeuw verminderde de bedrijvigheid en na de Bataafse omwenteling aan het
einde van die eeuw lag de scheepvaart nagenoeg stil. Zelfs de beurtschippers voeren nog maar enkele
malen per week op Amsterdam. Die klap is Hoorn niet meer te boven gekomen. In de negentiende eeuw
verdween de internationale handel uit de stad en werd de haven alleen nog gebruikt door vissersschepen.
Op deze foto van rond 1920 wordt op de hoek van de Veermanskade en de Nieuwendam
ansjovis ‘gedopt’. De honderden zilverkleurige visjes moesten stuk voor stuk uit de netten
worden geplukt
(AWG).
Na de Tweede Wereldoorlog brak pas een nieuw tijdperk aan, dank zij de toegenomen welvaart en de grote
stadsuitbreidingen. De oude binnenstad, die haar ontstaan voor een niet gering gedeelte heeft te danken
aan scheepvaart en handel, trekt nieuwe bewoners en toeristen. De havens liggen op zomerse dagen weer
vol met honderden schepen, waarvan een groot gedeelte Hoorn als thuishaven heeft.
De Slapershaven in de jaren '30. De opkomst van de watersport bracht hier nieuw leven. Op 10 juni 1932
werd de Watersportvereniging Hoorn opgericht, die zijn haven had in de Karperkuil. In 1962 verhuisde
de vereniging naar de Vluchthaven en in 1969 naar de Grashaven
(AWG).