Herhaaldelijk waren er klachten over de ‘ongeregeltheden in 't koopen en verkoopen van Kaes
op de Marckt’, in het bijzonder over de onbehoorlijke manier waarop de kaasdragers van hun positie
misbruik maakten om de boeren geld af te persen ‘voor en aleer deselfige kaes aen de Wage
komen’.
Tweemaal in de week werd kaasmarkt gehouden. ‘Op donderdagh 's middags ten twaelf uur ende
des Vrydaghs met het openen van de Poort precijs’ begon de markt ‘als wanneer de Waegh zal
worden geopent ende het wegen sijn begin sal nemen’. Op marktdagen mochten ‘aen de kade
gaende van de Vischmarckt tot aan de brug over de Bierkaai’ alleen schepen afmeren, die kaas
aanvoerden.
Hoe belangrijk de kaashandel voor Hoorn was, blijkt wel uit de hoeveelheid kaas die werd aangevoerd.
Op 8 juli 1756, een gewone marktdag, werd 125.000 kilo kaas gewogen.
In de tweede helft van de negentiende eeuw liep de kaasmarkt terug door de opkomst van de zuivelfabrieken
die hun kaas rechtstreeks aan de grossiers gingen leveren. Voor de boeren werd het kaasmaken steeds
minder winstgevend. 1916 was nog een topjaar. Bijna 4.500.000 kilo kaas werd in dat jaar verhandeld.
In 1934 was dat verminderd tot 700.000 kilo. In de oorlogsjaren werd de kaasmarkt opgeheven. Na de
oorlog werd nog een poging gedaan de kaasmarkt nieuw leven in te blazen, maar het bleef bij
één keer. Op 14 augustus 1947 werd 638 kilo kaas aangevoerd.
In de talloze kaaspakhuizen aan de Appelhaven en de Bierkade heeft nog lang veel kaas opgeslagen
gelegen. 's Zomers hing daar, als de ramen van de pakhuizen open stonden, een bedwelmende, pikante
geur. De meeste van deze pakhuizen hebben inmiddels een andere functie gekregen.
AFBEELDING(EN) ZIJN BINNENKORT BESCHIKBAAR =
Linksboven de Turfhaven met een vrachtschip rond 1870. Hier werd tot in de vorige eeuw volop
turf en hout verhandeld. Steenkool verdrong de turf als brandstof, maar bij de brandstoffenhandel kon
men nog lang terecht voor bosjes aanmaakhout en in hars gedoopte spaanders, die vuurmakers werden
genoemd (AWG).
Daarnaast: De straathandelaar Piet Harlingen kwam begin deze eeuw met turf en andere waren aan de deur.
Hij staat hier op het Breed bij het café Huis van gemak. De service aan huis werd in die tijd
onderhouden door een heel legertje van straathandelaren, bezorgers, venters en loopjongens (Coll. W.F.H. Robat).
Daaronder: Ter bevordering van de handel werden al in de vorige eeuw beurzen georganiseerd. De Hollandsche
Maatschappij van Landbouw hield op 26 september 1855 een tentoonstelling op het plein achter de
Schuttersdoelen aan de Achterstraat. Behalve vee en gevogelte werden ook werktuigen, boerenwagens en
elegante sjezen getoond (RAH).