Geschiedenis over West-Friesland als proosdij. Over de oorsprong van deze proosdij bestaat onduidelijkheid. Mogelijk is zij reeds in 1118 ontstaan.
De Proosdij van West-Friesland door P. Noordeloos
in: Bijdragen voor de geschiedenis van het Bisdom van Haarlem, 49e deel, 1e aflevering, pagina 41 t/m 110.
Auteur P. Noordeloos bespreekt hier hoe de regio Westfriesland in allerlei opzichten afhankelijk was van besluiten van de bisschop van Utrecht, maar ook van het Domkapittel, de bestuurlijke organisatie van het bisdom. De auteur was door zijn grondig doorspitten van verschillende archieven zeer goed op de hoogte van middeleeuwse zaken. Hij bespreekt in dit uitvoerige stuk de macht van het Domkapittel op basis van het Liber Camere, het Camerboek, geschreven in de 13e eeuw, maar herschreven in de 14e eeuw. De macht van de bisschop wordt verdeeld in drie onderdelen: potestas ordinis (de heilige kerkelijke handelingen), potestas magisterii (het leraarsambt en de benoeming van leraren) en de potestas iurisdictiones (de rechts- en bestuursmacht in ruimste zin die de bisschop bezit in zijn diocees).