Meer dan een eeuw actief voor Hoorns erfgoed
Hoorns Biografisch Woordenboek (HBW)

Odile Marie Elisabeth Moereels

Personalia

Odile Marie Elisabeth Moereels (1880-1964)

Geboren: 5 juni 1880 in Schaerbeek (België).
Overleden: 2 maart 1964 te Alkmaar.

Dochter van: Jean Corneille Moereels en Jeanne Christine Doorslaer.

Burgerlijke staat: ongehuwd.

Opleiding: verpleegstersopleiding in het Binnengasthuis te Amsterdam, 1902.

Beroep en functies:
- Den Haag, Herderslaan 69, later Vaillantlaan 86, 1880-1902.
- Amsterdam, intern in Binnengasthuis, 1902.
- Amsterdam, Albertdinck Thijmstraat 32, 1906-1908.
- Alkmaar, Kerkplein 9, 1908-1920.
- Alkmaar, Emmastraat 43, 1920-1921.
- Hoorn, Stadsziekenhuis, Kerkplein 22, 1921-1946.
- Alkmaar, Huize Westerlicht, Prinses Julianalaan 14, 1946-1964.

Onderscheidingen:
- zilveren legpenning van de gemeente Hoorn, 1945.
- Yad Vashem-onderscheiding, 1971 postuum.

Levensloop

Odile Moereels werd op 5 juni 1880 in Schaesbeek in België geboren. Haar vader was meubelmaker. Kort na haar geboorte verhuisde de familie Moereels naar Den Haag, waar twee broertjes van Odile zijn geboren. Toen Odile tien jaar was, overleed haar moeder. Haar vader hertrouwde een paar jaar later. Uit dat huwelijk is nog een zus geboren, Elisabeth. Haar vader is in 1901 overleden; Odile was toen 21 jaar oud.

In 1902 begon Odile aan de verpleegopleiding in het Binnengasthuis te Amsterdam. Op 1 maart 1906 volgde haar aanstelling als verpleegster tweede klasse. Op 22 juni 1908 vertrok zij naar Alkmaar; daar ging Odile als wijkverpleegster aan het werk. Ze woonde vanaf 1912 samen met haar jongere zus Elisabeth Maria Hendrika, van beroep kantoorbediende. Het werk was zwaar en in 1915 kregen Odile en haar collega enige tijd ziekteverlof, dat ze in Oosterbeek doorbrachten. In augustus 1917 werd Odile tijdelijk verlof verleend om hulp aan gewonde en zieke Belgische landgenoten in Engeland te kunnen verlenen. Eenmaal terug in Alkmaar zette Odile zich met de Armenraad in voor hulp aan armen en zamelde zij beddengoed en dekens in. In de kranten verschenen regelmatig dankbetuigingen van familieleden en nabestaanden van patiënten die zij liefdevol had verzorgd.

Naar Hoorn

Odile in uniform omstreeks 1930
Odile in uniform omstreeks 1930
In Hoorn kwam in 1921 de functie van directrice van het Stadsziekenhuis vrij. Twee kandidaten werden aan de gemeenteraad voorgedragen: mej. Moereels en mej. Van Malsen. Op 21 april 1921 is Odile aangesteld. Vrijwel tegelijkertijd werd mej. A. Hofstra uit Alkmaar tot eerste verpleegster benoemd. Het personeel van het ziekenhuis werd aangesteld als (vaste) ambtenaar.
Het Stadsziekenhuis, geopend in 1868, was een kleinschalig ziekenhuis vooral bestemd voor armere patiënten. Aan het ziekenhuis waren ‘een cel voor krankzinnigen’, een barak voor besmettelijke ziekten en een polikliniek verbonden en later kwam er een röntgeninrichting bij en werd er een hoogtezon aangeschaft. Wekelijks kon men er terecht voor kosteloze inenting en herinenting.



Met open oog en open hart

Kort na het aantreden van Odile Moereels in juni 1921 was zij actief in de weer om op een voordelige manier vlees, melk en brood en voor de winter aardappelen in te kopen. In het jaarverslag over 1922 werd lovend over zuster Moereels gesproken: ‘In haar opvolgster, zuster O. M. E. Moereels, mochten wij echter terugvinden een directrice, die met haar groote ervaring op het gebied van de ziekenverpleging volkomen in staat bleek niet alleen om het werk van zuster Bake voort te zetten, dóch die in de enkele jaren van haar werkzaamheid in onze inrichting heeft getoond een open oog en hart te hebben voor alles wat noodig is om een ziekeninrichting te leiden.’ Odile nam zitting in het bestuur van de Hoornsche Witte Kruis Afdeling en bereidde als lid van het erecomité de viering van het 25-jarig jubileum voor. De herdenking vond plaats op 24 Juli 1926 met een expositie in het Witte Kruisgebouw en een feestavond in het Park.

Wonder van Nederlands fabricaat

Op een bijeenkomst voor genodigden op zaterdag 7 december 1935 ging de aandacht vooral uit naar het röntgenapparaat, het paviljoen voor besmettelijke ziekten en het laboratorium. De heer Zeelander van Philips was graag bereid enige interessante bijzonderheden omtrent dit ‘wonder van Nederlandsch fabricaat’ nader uit te leggen. Er was veel lof voor zuster Moereels die toen al bijna vijftien jaar als directrice werkzaam was en heel veel werk had verzet. Kortom: Het Stadsziekenhuis is een modelinrichting geworden. In het jaarverslag over 1938 lezen we: ‘groote waardeering voor de bezielende leiding van de wakkere directrice, Zr. Moereels’. Naast haar werkzaamheden in het ziekenhuis werd Odile Moereels lid van het Centraal Genootschap dat Hoornse bleekneusjes naar een herstellingsoord zond. Zuster Moereels pleitte voor uniforme kleding en trainingspakken. Tijdens de eerste jaren van de oorlog ging de uitzending van bleekneusjes door en Odile wilde graag, dat ook kinderen beneden de schoolplichtige leeftijd konden worden uitgezonden.

Naturalisatie

In 1939 is Odile genaturaliseerd tot Nederlander. Zij was toen meer dan veertig jaar in Nederland woonachtig. Het is niet duidelijk geworden of deze stap iets te maken had met de oorlogsdreiging.

De Tweede Wereldoorlog

Portret van drie dappere dames, getekend door Peter de Rijcke, 1995.
Portret van drie dappere dames, getekend door Peter de Rijcke, 1995.
In Hoorn speelden de dames Aaf Dell, Dieuw van Vliet, zuster Odile Moereels en Aaf Laan een bijzondere rol bij de opvang van onderduikers. Aaf Dell, Dieuw van Vliet en hun huishoudster Aaf Laan woonden aan het Grote Oost 6, in de conciërgewoning van het Waterschapspand. Odile Moereels, die met de dames bevriend was geraakt en veel met hen samenwerkte, woonde bij het ziekenhuis aan het Kerkplein.

Onderduikers

Willy Woudstra en zijn vriend Ies Themans, beiden joods, en Piet Bruijn, een zoon van een zus van Dieuw uit Hilversum, die weigerde de studentenverklaring te tekenen, doken onder bij Dieuw en Aaf in de conciërgewoning. Begin augustus 1942 vorderden de Duitsers het Waterschapspand. Het was een bijzondere situatie, vóór de Duitsers en achter, in de conciërgewoning, de dames en hun onderduikers. Later voegden zich nog vier onderduikers in het ‘achterhuis’, de Joodse diamantslijper Hans Barber, huisarts Jo Dell, Leo de Zoeten en Guus Dull. Leo de Zoeten vertelde daar later over: ‘Er was altijd eten genoeg; de tantes hadden relaties en waar tekort was, sprong directrice Moereels bij. De onderduikers werden op hun beurt voor keukenwerk ingeschakeld. Ze mochten voor het ziekenhuis sperziebonen afhalen, teilen vol. Zuster Moereels bracht de handel zelf. Zaten ze met een paar man al die bonen schoon te maken. Ze hadden toch niks te doen. Bovendien hadden ze wel wat voor de zuster over. Ze was een aardig mens,’

De beminnelijkheid zelve

Odile Moereels werd gekarakteriseerd als beminnelijkheid zelve, maar tevens de sterke persoonlijkheid, die ongemerkt met ijzeren hand de teugels in handen hield. Zuster Moereels heeft ook de katholieken van Hoorn in de oorlogsjaren geholpen. Zo is de hele kraamafdeling van het Sint-Jansgasthuis en zijn alle infectiepatiënten tijdens de bezetting van dat ziekenhuis in hoofdzaak ten laste van het Stadziekenhuis gekomen. Samen met anderen bood zuster Moereels hulp waar ze kon. Onderdak als dat nodig was en verder materiële steun. In het ziekenhuis werkten ook enkele Joodse verpleegsters. Soms sloot de directrice een afdeling als daar onderduikers verbleven. Er heerste dan zogenaamd een besmettelijke ziekte, zoals roodvonk, waarvoor de Duitsers als de dood waren. Een van de Joodse verpleegsters was Gerda Themans-Menko, echtgenote van Sally Themans, procuratiehouder, die bij belastingambtenaar Metz aan de Drieboomlaan was ondergedoken. Zij was opgeleid in het Nederlands Israëlitisch Ziekenhuis in Amsterdam. Hij was leider van de evacuatie van de Joodse Raad en een broer van Ies Themans, die bij Aaf Dell en Dieuw van Vliet onderdak had gevonden. Zijn andere broer David dook onder in een huis aan de Merensstraat.

Loekie Themans

Baby Loeki en Aaf Dell, Dieuw van Vliet, zr. Moereels en zijn oma Sara Themans, 1945.
Baby Loeki en Aaf Dell, Dieuw van Vliet, zr. Moereels en zijn oma Sara Themans, 1945.
Gerda beviel eind november 1943 van een jongetje: Aryeh Lodewijk Nechemia, roepnaam Loekie. De baby kon niet in het ziekenhuis blijven. Aaf Dell regelde onderdak bij haar collega Abraham van den Berge. Daar waren nog twee Joodse onderduikers, het echtpaar Nathan (Nico) Smit en Esther (Elly) Smit-Van Huiden. Door een grote onvoorzichtigheid van een andere onderduiker werden op 10 februari 1944 Aaf Dell en Abraham van den Berge gearresteerd. De onderduikers van Van den Berge werden ook opgehaald. Mevrouw Van den Berge vluchtte nog diezelfde avond met baby Loekie en haar eigen kinderen naar een onderduikadres in De Goorn, bij de familie Laan-Windt, waar Loeki veilig opgroeide. Moeder Gerda bleef in het Stadsziekenhuis werken. Loeki werd op 7 juli met zijn ouders herenigd.

Een bescheiden vrouw

De bijzondere inzet van zuster Moereels tijdens de oorlog bleek uit de loftuitingen die haar na de oorlog ten deel vielen. Meteen na de bevrijding op 11 mei 1945 vroeg verzetsman Piet Verbeek aandacht voor de bijzondere bijdragen die vrouwen aan het verzetswerk hebben geleverd: ‘In de eerste plaats Zr. Moereels, directrice van het Stadsziekenhuis. Alles kan ik U daar niet van vertellen maar ze heeft prachtig werk gedaan… De tweede die we mogen noemen is juffrouw van Vliet, die zelfs met de kerker kennis heeft mogen maken. Mevr. Duursma, die er altijd op uit trok om de meest moeilijke problemen op te lossen.’ Het valt op dat de naam van Aaf Dell niet wordt genoemd, vermoedelijk omdat niemand wist of zij de oorlog had overleefd. Het moet voor de dames een groots moment zijn geweest dat een van hun onderduikers publiekelijk zijn dank betuigde. In het verslag van augustus 1945 over de transportcolonne van het Rode Kruis memoreerde dr. J. Romeijn de grote bijdrage van Odile Moereels. ‘Een woord van grote dank moet hier worden uitgebracht aan de Directrice van het Stadsziekenhuis, Zr. Moereels, voor haar adviezen.’

Afscheid

Voor haar afscheid op 1 oktober 1945 werd in de gemeente een inzamelingsactie voor een souvenir georganiseerd. Bij het afscheidsfeest roemde burgemeester Leemhorst haar voor al het goede dat zij Hoorn had gebracht. ‘Het is heel mooi dat zij niet eerder zoals zij van plan was met pensioen is gegaan, zeker vanwege al hetgeen zij in de oorlog in Hoorn heeft gedaan’. Hij overhandigde haar de zilveren legpenning van Hoorn. Dieuw van Vliet dankte haar namens de gehele burgerij. Van het ingezamelde geld werden meubels gekocht voor haar kamers in Westerlicht in Alkmaar. Samengevat luidde het oordeel: Een van Hoorns allerverdienstelijkste burgeressen vertrekt. De zacht uitgesproken woorden van Odile Moereels waren: ‘ik moet u allen bedanken, dat gij mij de gelegenheid hebt gegeven iets voor u te doen’. In 1946 verhuisde Odile naar Huize Westerlicht te Alkmaar. Daar heeft zij nog 18 jaar gewoond en is ze in 1964 overleden.

Yad Vashem

Kunstwerk JChristiaan Heydenrijk
Kunstwerk JChristiaan Heydenrijk
In 1971 is Odile Moereels postuum de onderscheiding Rechtvaardige onder de Volkeren Yad Vashem toegekend. Het Stadsziekenhuis is gefuseerd en daarna volgen nog twee fusies. In 2020, 75 jaar na haar afscheid van het ziekenhuis, is een kunstwerk van JChristiaan Heydenrijk ter herinnering aan Odile Moereels in de binnentuin van het Dijklanderziekenhuis onthuld.
Bronnen:
- Lansdaal, H., 1995, Grote Oost 6: Duitsers voor en zeven onderduikers achter, Kwartaalblad Oud Hoorn, jg.17, nr.1, p. 3-6.
- Lansdaal, H., 1995 Aaf en Dieuw, redders van mensen, Kwartaalblad Oud Hoorn, jg.17, nr.1, p. 6-8.
- Lodde-Tolenaar, Rita, 2020, Odile Marie Elisabeth Moereels, Kwartaalblad Oud Hoorn, jg.42, nr. 3, p. 108-114.
- Ottens, E., 2019, Hier is alles gewoon, dat spreekt …, Publicatiestichting Bas Baltus, Hoorn, hoofdstuk 3.
- Kranten bij Westfries Archief en via Delpher.

Illustraties:
- Odile in uniform, familiearchief.
- Getekend portret, collectie VOH.
- Foto 1945, collectie VOH.
- Foto Kunstwerk, Dijklander Ziekenhuis

Tekst samengesteld door Rita Lodde-Tolenaar, afgesloten 29-1-2021.