De oorlog was ook voor de HBS een slechte tijd. Eerst werd de school opgeëist voor
de mobilisatie in 1939. Na de capitulatie in 1940 kon iedereen weer in het gebouw terecht, maar
dat bleek van zeer tijdelijke aard. De Wehrmacht nam er al gauw bezit van, waardoor de leerlingen
opnieuw naar elders moesten uitwijken. 'Elders' was onder andere het gebouw dat eerst de Kamer
van Koophandel was en later de bestemming kreeg van de Dienst van de Belastingen, aan het Grote
Oost. Ook kaaspakhuizen boden uitkomst, al was het behelpen; het stof dwarrelde op de boeken neer.
Er werd aanvankelijk lesgegeven in leegstaande huizen aan de Drieboomlaan. In de Grote Kerk werden
later de consistoriekamer en een aantal bovenvertrekken benut, waarvoor de leerlingen langs een
steile, donkere trap omhoog moesten klauteren.
Een bijzondere locatie voor de tekenlessen
(gegeven door Fred Lieuwen) was op de Waagzolder, waar de inventaris van de Stadstekenschool
opgeslagen lag. Die school was halverwege de negentiende eeuw opgericht en in de Waag gevestigd,
in zekere zin een voorganger van de latere Ambachtschool. Een illustere leerling was de latere
architect A.C. Bleijs.
In de Hongerwinter moest de school haar activiteiten noodgedwongen staken:
vervoer was er niet, fietsen werden ingevorderd en het ontbrak aan brandstof voor de kachel. Alleen
leerlingen die dichtbij woonden, konden wekelijks hun taak komen halen. Oudere scholieren deden zelfs
dat op enig moment niet meer, vanwege de dreiging om opgepakt en te werk gesteld te worden. Ze sliepen
zelfs niet meer thuis als er sprake was van een gerichte zoekactie.
Maar ook in tijden van ellende
blijven scholieren doen wat ze altijd doen. Het is van alle tijden dat ze hun huiswerk niet maken,
hun proefwerk niet leren en te laat komen. In de oorlog was het niet anders. De omstandigheden werden
handig benut, met smoezen als 'mijn fietsband is gebarsten' tot en met de mededeling dat er een
fietsenrazzia was.
J.D. PollDirecteur Poll was in de oorlog zeer actief in het verzet. Zo wist hij oudere leerlingen
buiten de Arbeitseinsatz te houden. Daarnaast zat hij bij de 'WIM'-dienst, een wijdvertakte ondergrondse
organisatie, die militaire inlichtingen verzamelde en vluchtelingen - voornamelijk vliegeniers - in
veiligheid bracht. Poll wist zich tot juni 1944 onvindbaar te houden. Mede door het verraad van het
beruchte lid van de Sicherheitsdienst Anton van der Waals werd hij gearresteerd. Eerst zat hij opgesloten
in het Huis van Bewaring aan de Amsterdamse Weteringschans en in het Klein Seminarie in Haarlem. Vervolgens
werd hij op transport gesteld naar concentratiekamp Sachsenhausen bij Berlijn. Daar werd hij onder slechte
omstandigheden te werk gesteld.
Toen het einde van de oorlog naderde, trokken de Duitsers zich terug voor de oprukkende Russen. Daarom werd
Poll in 1945 overgebracht naar Buchenwald en vervolgens ging het te voet naar Dachau. Deze barre tocht heeft
hij niet overleefd. Wrang genoeg werden zijn lotgenoten één dag later door de Amerikanen bevrijd.
Poll werd 56 jaar. Een straat vlakbij de HBS is naar hem vernoemd: de J.D. Pollstraat.
Plaquette in de hal van het oude deel van het gebouw