Eerder verschenen in West-Frieslands Oud en Nieuw, 24e bundel, pagina 3.
Uitgave: Historisch Genootschap
"Oud West-Friesland", 1957.
Wanneer in de zomer van 1957 met veel feestvertoon herdacht zal worden, dat het dit jaar 600
jaren geleden was, dat Hoorn poortrecht verwierf, zal een bezinning op de geschiedenis van de stad
niet achterwege mogen blijven, zeker niet nu zoveel nog aan de historie doet herinneren.
Het Historisch Genootschap "Oud West-Friesland" verdient dank deze taak op zich te hebben willen
nemen.
Zoals met zovele steden het geval is belemmeren nevelen ons het gezicht op het ontstaan der stad:
legendes nemen de plaats in van wat historische studie aan het licht zou moeten brengen. Wellicht
zal een nauwkeurig bodemonderzoek iets van die nevelen kunnen doen verdrijven omtrent de oudste
bewoning van de nederzetting aan het Hoornse Hop en omtrent de oudste bewoners van West-Friesland;
een dankbare opdracht voor het Historisch Genootschap "Oud West-Friesland"!
Doch ook aan een moderne beschrijving van de geschiedenis van de stad in meer historische tijden,
zowel gedurende de middeleeuwen, als tijdens de nieuwe geschiedenis, is behoefte. Geen menselijke
activiteit toch is mogelijk zonder bezinning op de historie; en de historie van Hoorn is waard te
worden bestudeerd. De handel op de Oostzee-landen in de late middeleeuwen, het aandeel van de stad
in de uitbreiding van handel en scheepvaart naar de landen om de Middellandse Zee, de belangrijke
rol, welke Hoorn vervulde in de vestigingen in Oost en West, zijn alle punten, die iedere
Nederlander kunnen boeien.
Het is een goede gedachte geweest van het Historisch Genootschap "Oud West-Friesland" om de bundel
van 1957 te wijden aan de historie van de aloude hoofdstad van het gewest, die ondanks alle
wisselvalligheden van het lot deze functie heeft mogen behouden en daarvoor dankbaar is.
De Burgemeester van Hoorn,
MR. B. R. CANNEMAN.