Meer dan een eeuw actief voor Hoorns erfgoed

Van Franse stadsschool tot Gemeentelijke ULO (3)

De eerste Franse school (1578 – 1772)

Modern onderwijs

De in de vijftiende en zestiende eeuw opgekomen bijscholen van particuliere schoolmeesters voorzien beter in de behoefte aan onderwijs dat aansluit bij de economische ontwikkelingen dan het onderwijs op de Grote school en de eind zestiende eeuw opgerichte Latijnse school.

Als moderne tegenhanger van de Latijnse scholen ontstaan in de zestiende eeuw zogeheten ‘Franse scholen’. Het vakkenpakket op deze scholen kan bestaan uit moderne talen, wiskunde, boekhouden, moderne geschiedenis en aardrijkskunde. Verder wordt soms een aantal vaardigheden aangekweekt om zich goed in gezelschap te kunnen bewegen: muziek, dans, schermen, paardrijden en, voor meisjes, handwerken.

Musicerende jongelui
Jan Miense Molenaer, Musicerende jongelui (1629)

Door het ontbreken van een wettelijke regeling kan het aanbod op de ene Franse school nogal verschillen van dat op een andere. Ook scholen met alleen Frans en wat rekenonderwijs als extra vakken op het programma noemen zich ‘Franse school’.

Franse scholen nemen vaak ook leerlingen in de kost.

De eerste Franse schoolmeester in Hoorn

In 1578 komt ene Jacobus van der Meersch naar Hoorn en dient bij het stadsbestuur een verzoek in voor het houden van een Franse school. Zijn verzoek wordt gehonoreerd. Daarmee is hij, voor zover bekend, de eerste Franse schoolmeester in Hoorn.

Hij krijgt al snel concurrentie. Vanaf 1582 zijn er naast de Franse stadsschool ook verschillende particuliere Franse schoolmeesters actief in Hoorn.

School voor de deftige stand
School voor kinderen uit de deftige stand (tweede helft 17e eeuw)

De Franse stadsschool houdt stand tot 1718. In verband met de slechte financiële situatie van de stad besluit het stadsbestuur na het overlijden van de Franse stadsschoolmeester die dan in functie is, geen opvolger aan te stellen. Schoolmeesters die een Franse school willen houden, kunnen daarvoor toestemming krijgen, maar zij krijgen geen salaris van de stad en zullen zelf voor woon- en lesruimte moeten zorgen.

Tot 1760 is er in Hoorn geen officiële Franse stadsschool. Wel is er een Frans echtpaar dat rond 1735 enige tijd met financiële steun van de stad een Franse school runt. Een paar jaar later is er een zekere mademoiselle Susanne Romieux, die korte tijd een Franse kostschool voor meisjes onderhoudt, waarvoor ze een bescheiden subsidie van de stad ontvangt.

Burgerinitiatief

In de gegoede klasse wordt het ontbreken van een goede Franse school in Hoorn steeds sterker als een gemis ervaren. Het onderwijs op de Latijnse school is immers niet afgestemd op de wereld van handelaars en kooplieden. In die kringen is meer behoefte aan Frans dan aan Latijn. De belangstelling voor de Latijnse school loop dan ook sterk terug.

Vooraanstaande Hoornse burgers willen dat de stad weer een Franse school krijgt, waar gewerkt wordt aan een meer algemene vorming. Ze willen dat hun zoons, èn dochters, niet alleen les krijgen in de Franse taal maar ook in vakken als geschiedenis, aardrijkskunde, algebra, natuurkunde en meetkunde. In de zomer van 1760 vragen zij het stadsbestuur toestemming voor het oprichten van een Franse school.

Het verzoek aan het stadsbestuur wordt ondertekend door twintig burgers. Een ieder betaalt 500 gulden, zodat er een goede onderwijzer en onderwijzeres aangesteld kunnen worden en de school kan functioneren. De heren burgemeesters geven hun fiat en stellen een reglement op waaraan de school moet voldoen.

Jongens en meisjes gescheiden

In het reglement staat onder meer dat leerlingen minstens zes jaar moeten zijn om te kunnen worden toegelaten. Jongens en meisjes worden gescheiden, zowel tijdens de les als tijdens de speeltijd. Verder zal de school voornamelijk gaan draaien op kosten van de ouders. De stad draagt slechts 100 gulden per jaar bij. De uit Haarlem afkomstige Lambert des Barrières en zijn vrouw worden respectievelijk aangesteld als kostschoolhouder en ‘juffrouw’. De school begint op 1 november 1760 in het Herenlogement op de Italiaanse Zeedijk.

School voor meisjes uit de deftige stand
School voor meisjes uit de deftige stand (2e helft 17e eeuw)

Als er in 1772 nieuwe leerkrachten benoemd moeten worden voor de Franse school, kiest het stadsbestuur dit keer niet voor een echtpaar. De jongensschool komt onder leiding te staan van Johannes Marinus Olivier uit Amsterdam. Voor de meisjesschool wordt de Française Johanna Goltz aangesteld.

Vanaf nu heeft Hoorn dus twee Franse stadsscholen: één voor jongens en één voor meisjes.